De tot vlees geworden aarde.


als ’s-morgens in de herfst
de nevels laag kruipen
over de akkers
en melancholie
alle gedachten overschreeuwt
dan zie ik
in die leegte
de witte duisternis
met al die afstervende wezens
zo onuitgesproken aanwezig
straks
zo onuitsprekelijk heen






Terug naar home pagina



Bericht van het graf

Hiernaast u afbeeldingen van ‘Who is afraid of the coffin’ Er zijn er ongeveer 40. Het schilderij van het violet en de dood is in bezit van het Letterkundig museum in Den Haag als bijzonderheid bij het werk van Reve. Hieronder staat een gedicht uit ‘Bericht van het graf’.

toch vraag ik me af
wie me nou eigelijk
zal opvreten
daar onder de grond
en hoe dat precies
in zijn werk zal gaan
is het de werking
van
veltspaatachtige elementen
die mij uiteen doen vallen
of wordt ik opgevreten
door klein kruipend gedierte
dat via
neus, mond en/of anale holten
mijn lichaam
binnenstormt

Terug naar home pagina

Stierzangen.


vaak heb je me opgezogen
met je ogen
vol machteloos gevoel
om de tijd
die door je handen glijdt
maar ik
ik haal je uit jezelf
en bouw je om
tot een oneindig vergezicht
dat en profil
de eeuwigheid in ruist

Terug naar home pagina

Boer Kees

Terug naar home pagina

naar volgende pagina

De tot vlees geworden aarde, 1978-1981.

‘De tot vlees geworden aarde’ is een verzameling van drie gedichten bundels, die allen de natuur als uitgangspunt hebben. De oudste is ‘De akkers en de maagd van steen’ 1978, dan volgt ‘De tot vlees geworden aarde’ 1981, en tenslotte nog de onvoltooide bundel ‘Het sprekend gedierte’ 1982. Het hiernaast afgedrukte gedicht is uit ‘De tot vlees geworden aarde’.
Dertig gedichten uit deze bundels heb ik met linoleumletters gedrukt op een sloophouten ondergrond met abstract geschilderde figuratie van ongeveer 50 cm x 80 cm. In de hoeken van deze panelen heb ik ronde gaten gezaagd, waardoor houten stekpalen konden worden geslagen. Vervolgens konden de panelen dan enigermate worden opgetild en op tussenlatten rusten, die eronder werden aangebracht. Zo kregen de gedichten de sfeer mee van opgeheven zerken. In een rij van dertig zijn ze verscheidene malen tentoongesteld, o.m. op het twaalfde Oerolfestival op Terschelling. Inmiddels zijn de panelen vernietigd vanwege de slechte kwaliteit van het hout. De akkers en de maagd van steen is zowel in het Fries als het Engels vertaald. De afbeeldingen die u hier ziet zijn de illustraties van de Friese vertaling.

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.

Bericht van het graf, 1980-1987.

‘Bericht van het graf’ is een wat ingewikkelde samenstelling van een bundel van die naam en de bundel ‘Het lam en andere Metafysica’. ‘Bericht van het graf’ is eigenlijk een gedichtenbundel die ik heb gemaakt naar aanleiding van het maaien van de graven in het dorp Waaxens, waar ik toen woonde. Later heb ik die bundel gerelateerd aan een schilderijenproject “Who is afraid of the coffin’ (1984). Dat project bestaat uit een stuk of wat schilderijen die taps toelopen en waarop fragmenten van geraamten zijn geschilderd, geïnspireerd op de anatomische studies van Leonardo da Vinci. De bedoeling was en is dat de schilderijen worden tentoongesteld in een ruimte die is behangen met gebruikt zwart landbouwplastic, waardoor een enkel lichtpuntje steekt, zodat de duistere ruimte ruikt naar kuil en andere sedimenten. De tweede in dit werk opgenomen bundel zijn gedichten uit de bundel ‘Het lam en andere metafysica’ en dit zijn persoonlijke semi-religieuze overpeinzingen met de hamer.

1.
2.
3.
4.
5.
6.




Stierzangen, 1981-1992.Stierzangen’
bestaat uit de bundels:
‘Stierzangen voor een vis’ 1981,
‘Uit angst voor een gesloten deur’ 1982,
‘Boetepsalmen voor een adelaar’ 1983 en
‘Het godvergeten kabbelend geluk’ 1992.
Het zijn het poëtische verslagen van wat liefde genoemd kan worden.
Het werk is opgeluisterd met zelfportretten in proza

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.



Boer Kees 2001.

Geschreven aan het begin van de mond- en klauwzeer crisis.
Zoals een Odysseus de vrijers te lijf gaat met zijn zoon bij zijn terugkeer op Ithaka en ze stuk voor stuk doodschiet met pijl en boog, zo gaat boer Kees met vrouw en kinderen de militaire eenheid en de veerartsen te lijf als zij het vee komen afmaken.
Het stuk is toegestuurd aan een twintigtal toneelgezelschappen, maar uiteindelijk heeft niet één het stuk op het repertoire gezet om uit te voeren.
Voor de gelegenheid heb ik zeven schilderijen gemaakt van taferelen, die zichtbaar zijn vanuit mijn atelier, dat zich op het platteland bevind onder het mom van taferelen die vanuit de boerderij van boer Kees zichtbaar zouden zijn, maar de foto’s zijn zoek en de twee mooiste zijn in bezit van anderen. Dit keer geen beelden. Het schilderij van het paard Hector, dat de voorpagina van het stuk siert, heb ik geschonken aan mijn spastische vriend Tjeerd, die ik al jarenlang begeleid bij het paardrijden.

 

copyright ©2006